Spelen is leuk. Op de been of in de rolstoel, elk kind houdt ervan om plezier te maken. Toch gaat dit niet altijd even makkelijk. Niet elk spel is aangepast op kinderen met een lichamelijke beperking. Toch blijft er genoeg te doen! Hieronder staan een aantal leuke ideeën die je kunt doen met je kind.
Sporten
Sporten is misschien niet het eerste waar je aan denkt. Maar zodra er een beetje ruimte ter beschikking is, is er helemaal geen probleem. Heb je een groot veld in de achtertuin? Of misschien een pleintje op de hoek van de straat? Denk dan eens aan het plaatsen van een doelnet. Hiermee kun je alle kanten op. Bedenk je eigen spel of variatie op een spel; waar goaltjes zijn, kunnen punten behaald worden. Heb je nou weinig ruimte, of liever niet permanent een goaltje in je tuin? Maak dan gebruik van een inklapbaar voetbalgoal. Hierdoor kan het doel, zodra het in de weg staat, zo weer worden weggezet. Bovendien neemt het opgeklapt, veel minder ruimte in beslag. Ook een goede tip voor fanatieke voetballers is een rebounder.
Uitjes
Is het lekker weer? Ga er dan eens op uit. Er zijn vast genoeg leuke bestemmingen bij jou in de buurt. Denk maar eens aan de kinderboerderij of de dierentuin. Tegenwoordig zijn steeds meer plekken rolstoelvriendelijk. Is het toch wat regenachtig? Dan zijn er genoeg binnenactiviteiten. Kies bijvoorbeeld voor een. museum of indoor rondleiding. Om niet voor verrassingen te komen staan kun je altijd even bellen of contact opnemen met het bedrijf of de locatie. Om zelf iets soepeler te kunnen zijn, kun je denken aan een opvouwbare rolstoel als hulpmiddel, wanneer dit mogelijk is.
Spellen spelen
Er zijn natuurlijk genoeg ouderwetse spelletjes voor kinderen waarmee je je kunt vermaken. Maar deze zijn niet altijd meer van deze tijd. Door een paar simpele aanpassingen, wordt een spel voor veel meer kinderen toegankelijk. Denk bijvoorbeeld aan de stoelendans. Het idee is natuurlijk om op de laatste stoel te zitten, maar de stoelen kunnen net zo goed vervangen worden door andere objecten. Denk bijvoorbeeld een krant. Bij spellen als tikkertje of iets anders waarbij gerend wordt, kun je het snelheidsverschil beperken door een bevries-regel in te lassen. Bij het horen van het woord ‘bevries’, moet iedereen behalve de tikker bevriezen. In plaats van bevriezen kun je ook kiezen voor langzamer bewegen. Bijvoorbeeld door het roepen van “slow”, waarna alle kinderen in slow-motion moeten bewegen. Door het spelen met snelheid, kan iedereen gelijkwaardig meespelen.