In september 2024 startte Stad Brugge met de restauratie van de Keizer Karelschouw in het Brugse Vrije. Deze schouw wordt beschouwd als een van de belangrijkste renaissance kunstwerken in de Nederlanden. “De restauratie drong zich op gezien na vooronderzoek bleek dat de houten onderdelen van de schouw en de omliggende delen (zolders) aangetast werden door aanwezigheid van de klop- of knaagkever”, zegt schepen van patrimoniumbeheer Pieter Marechal.
Het Brugse Vrije was sinds begin 12e eeuw de benaming voor een onafhankelijk bestuurlijk, financieel en rechterlijk onderdeel van het graafschap Vlaanderen. Het gebied omvatte de streek en de gemeenten rond Brugge, begrensd door de Noordzee, de Westerschelde en de IJzer. Het had een eigen schepencollege dat op de Burg zetelde, maar geen bevoegdheid over de stad Brugge zelf. Aan het einde van de 14e eeuw werd ’t Vrije het ‘vierde lid’ van Vlaanderen, naast de drie grote steden Brugge, Gent en Ieper. Pas in 1795 werd het Brugse Vrije opgeheven.
In de schepenkamer van het Brugse Vrije wordt deze eeuwenoude geschiedenis van macht en rechtspraak samengebracht in de monumentale pronkschouw uit 1528. De schouw is een eerbetoon aan Keizer Karel V (1500-1558). Ze is opgebouwd uit eikenhout, marmer en albast en is een ontwerp van Lanceloot Blondeel.
Een tijd terug werd vastgesteld dat de eikenhouten sculptuur van de schouw aangetast werd door houtborende insecten. Gericht onderzoek bracht aan het licht dat niet alleen de eigenlijke schouw, maar ook de schepenkamer waarin deze gebouwd is en de zolders erboven, aangetast worden door klopkever (Xestkobium rufovillosum).
Het onderzoeks- en restauratiedossier werd begeleid door restauratie-architect benoît Delaey, in opdracht van Stad Brugge (dienst Facilitair Beheer) en in nauwe samenwerking met het Agentschap Onroerend Erfgoed, het Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimonium, de dienst Monumentenzorg en Erfgoedzaken en Musea Brugge.
De aangestelde houtrestaurator, Martijn Remmen, stelde voor om voor de houtbehandeling niet te opteren voor de verhitting, zoals bepaald in het bestek, maar te kiezen voor de innovatieve techniek microgolfstralen, omdat deze even effectief is voor de behandeling zoals die vereist is in het Brugse Vrije, maar minder risico’s inhoudt.
Schepen van patrimoniumbeheer Pieter Marechal: “De restauratie vraagt om een gedetailleerde aanpak en gespecialiseerde expertise. Daarom werd voor elke fase van het proces een team van experts ingeschakeld. Onder leiding van restauratie-architect benoît Delaey werd in samenspraak met Stad Brugge, het Agentschap Onroerend Erfgoed en andere partners een innovatief restauratieplan uitgewerkt. Na voltooiing zal de schepenkamer, met daarin de Keizer Karelschouw, opnieuw de grandeur van haar rijke geschiedenis weerspiegelen. Dit unieke erfgoedstuk, ontworpen in 1528 door Lanceloot Blondeel, blijft zo een eerbetoon aan Keizer Karel V en een blijvende getuige van de macht en rechtspraak die ooit in het Brugse Vrije zetelden.”
Foto©Persdienst Stad Brugge